Bereidingswijze
Voorbereiden
- Bereid de pannenkoeken zoals beschreven staat bij de dikke basis.
- Snij de ui, paprika's en champignons.
- Doe een beetje boter of olie in een koekenpan.
- Bak op zacht vuur de paprika's en ui zacht.
- Voeg op het laatst de champignons toe.
- Bak de spekreepjes uit in een koekenpan, zonder olie.
- Als de spekreepjes klaar zijn, voeg je deze aan het groentemengsel toe.
Bakken
- Giet iets olijfolie in de koekenpan.
- Geef het even de tijd om goed heet te worden.
- Giet met een soeplepel beslag in de koekenpan.
- Draai de pan rond, totdat alle beslag over de bodem verdeeld is.
- Zet het vuur iets lager, en laat de pannenkoek ongeveer een minuut bakken.
- Tot de bovenkant bijna 'droog' is.
- Voeg dan wat van het groente/spek mengsel toe.
- Giet hier vervolgens nog weer iets beslag over.
- Laat het op zacht vuur nog ongeveer een minuutje bakken.
- Keer de pannenkoek met behulp van een deksel.
- Bak de andere kant nog ongeveer één minuut.
- Bak de rest van de pannenkoeken op dezelfde manier, tot het beslag op is.